Vanmorgen liep ik buiten en moest ik denken aan het luisteren naar muziek. Een ervaring die we meestal met weinig weerstand op ons af laten komen. Vervolgens gleden mijn gedachten naar de betekenis die we dingen geven. Ik kwam hierop, omdat ik moest denken aan de LP van Peter en de wolf die wij als kind luisterden. Je hoort allerlei instrumenten, maar deze hebben ineens betekenis gekregen. De instrumenten en de klanken zijn ineens een jongetje, een grootvader en dieren met goede of kwade bedoelingen geworden. Er wordt een wereld gecreëerd door een verhaal bij de klanken. Bij het horen van de muziek ontstaat er ineens een wereld met een boosaardige wolf en nietsvermoedende eendjes.

We zijn in het dagelijks leven zo snel bezig om de eendjes te redden en de wolf weg te jagen en zien en horen niet meer dat er alleen klanken zijn die worden waargenomen. Wij zijn als de platenspeler en worden niet beïnvloed door de muziek en het verhaal, hoe hard of zacht, eng of lieflijk de klanken ook zijn.